Vingerwijzingen (I)

In de sectie 'brainstorm' kunnen geen nieuwe onderwerpen aangemaakt worden, antwoord en dialoog kan wel. In deze sectie wordt hierin de vrijheid gelaten, op basis van 'ad random' berichten trachten we de situatie anders te belichten, hoe verhoudt de theorie zich tot de praktijk? Een monetaire reset impliceert een mentaliteitswijziging, de praktijk leert dat dit toch niet zo eenvoudig is dan de theorie laat vermoeden.
Plaats reactie
Werner
Site Admin
Berichten: 185
Lid geworden op: 28-07-2014 09:31

Vingerwijzingen (I)

Bericht door Werner » 20-12-2014 09:13

Het idee van een 'monetaire reset' is veelomvattend, in een geldgedreven maatschappij raakt het aan zowat elk aspect binnen de wereld waarin we leven. Anders gezegd, het gaat dus niet enkel om geld als dusdanig, het gaat vooral over hoe we onze samenleving als geheel organiseren, levensbeschouwelijke thema's worden dan ook niet uitgesloten. Als introductie hieronder alvast een aantal vingerwijzingen van verschillende pluimage, een collage met interessante links en weetjes.
Panic of 1907

De Paniek van 1907 (Panic of 1907) was een economische crisis die in het najaar van 1907 in de Verenigde Staten uitbrak. De paniek, gepaard gaand met een bankrun in oktober 1907 volgde op een aantal geruchtmakende faillissementen in de zomer van dat jaar en het ineenzakken van de aandelen in United Copper. Deze aandelen daalden fors in waarde na een mislukte poging van F. Augustus Heinze om de waarde ervan te manipuleren. Een run op de banken die investeringen in United Copper en Heinze's plan hadden zorgde voor een paniekstemming die leidde tot de ondergang van de Knickerbocker Trust Company en breidde zich daarna uit tot kleinere en regionale banken over heel de VS. Vele investeerders en ook de "gewone man" haalden hun bankrekeningen leeg omdat gevreesd werd voor het ten ondergaan van deze financiële instituten. Met een economische crisis die snel om zich heen greep nam John Pierpont Morgan het initiatief om samen met een groep van invloedrijke bankiers uit New York een oplossing te vinden voor de paniekstemming. Door geld in de falende banken te pompen moest het vertrouwen in deze banken hersteld worden. Onder andere John D. Rockefeller stortte zo'n $10 miljoen in een aantal banken in New York. Een beurskrach op Wall Street werd afgewend en het publieke vertrouwen in de banken keerde tegen het eind van de maand en begin november 1907 weer terug. De nasleep van de Paniek van 1907 leidde in 1913 tot het aannemen van de Federal Reserve Act die tot de oprichting van de Federal Reserve aanleiding gaf. Ook in de Europese financiële centra brak paniek uit. In Nederland ontstond een beperkte bankrun. Toen bij het Rotterdamse filiaal van De Nederlandsche Bank de bankbiljetten dreigden op te raken, reisde de president-directeur met een aantal van zijn medewerkers sjouwend met koffers vol geldpapier per trein van Amsterdam naar de Maasstad, waar zij nog op tijd arriveerden om totale paniek te voorkomen. De door de bankcrisis veroorzaakte recessie duurde in Nederland tot 1909.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Paniek_van_1907
Tragische absurditeit

Als alle schulden worden afgelost zou niemand nog geld hebben. Dit is een onthutsende gedachte. We zijn compleet afhankelijk van de commerciële banken. Elke dollar die we in circulatie hebben moet geleend worden, zowel cash als krediet. Als de banken volop kunstmatig geld creëren leven we in voorspoed, zoniet dan is het bittere armoe. We zijn absoluut zonder permanent geldsysteem. Als men het complete plaatje doorziet, is de tragische absurditeit van onze hopeloze positie haast ongelooflijk, maar toch waar. Het is een hoogst belangrijk onderwerp waar intelligente mensen onderzoek naar zouden moeten doen en over na zouden moeten denken. Het is zelfs zo belangrijk dat onze huidige beschaving in elkaar kan storten, tenzij dit alom bekend raakt en begrepen wordt, en we er snel iets aan doen. (Robert H. Hemphill 1934)

http://www.webofdebt.com/

If all the bank loans were paid no one would have a bank deposit and there would not be a dollar of coin or currency in circulation. This is a staggering thought. We are completely dependent on the commercial banks. Someone has to borrow every dollar we have in circulation, cash or credit. If the banks create ample synthetic money we are prosperous: if not, we starve. We are absolutely without a permanent money system. When one gets a complete grasp of the picture the tragic absurdity of our hopeless position is almost incredible, but there it is. It (the banking problem) is the most important subject intelligent persons can investigate and reflect upon. It is so important that our present civilization may collapse unless it becomes widely understood and the defects remedied very soon. (Robert H. Hemphill - 1934)

http://www.apfn.org/Mind_Control/money/root.htm
Keynes' bezoek aan het Witte Huis in 1934 om Roosevelt te bewegen meer tekort op te bouwen door uitgaven was een debacle. Een verbijsterde en overweldigde Roosevelt beklaagde zich bij minister voor Werkgelegenheid Francis Perkins met de woorden "Hij heeft hier een hele cijferbrij achtergelaten... hij is vast een wiskundige en niet een politiek econoom". Keynes, al even gefrustreerd door het verloop van de ontmoeting, vertelde minister Perkins later dat hij ervan uitgegaan was dat "... de President meer geletterd zou zijn, op economisch vlak".

http://nl.wikipedia.org/wiki/New_Deal_% ... _Staten%29
President Roosevelt hoopt dat België zijn Vrijheid zal kunnen handhaven

Een telegram aan Koning Leopold (Washington, 12 Mei (Havas))

In zijn antwoord op de boodschap van Koning Leopold, waarin deze protest aanteekent tegen den inval in België heeft president Roosevelt de hoop uitgedrukt dat de aanrandingspolitiek tot een mislukking zal leiden. Hij hoopt dat de Belgische regering en het Belgische volk de vrijheid van hun land zullen kunnen handhaven. De bevolking van de Vereenigde Staten, en ongetwijfeld ook van het gansche Amerikaanse vasteland, is verontwaardigd over den wreeden inval in de kleine onafhankelijke landen van West-Europa.

Het Laatste Nieuws van Maandag 13 Mei 1940 (prijs : 40 centiemen)
Voor kalmte en vertrouwen, een verklaring van minister Spaak

Allerhande geruchten doen de ronde, die van aard zijn ontmoediging te zaaien. De bevolking dient daartegen gewaarschuwd. Het is natuurlijk een zware strijd, die ons leger te voeren heeft, maar het gedraagt zich heldhaftig. Wij hadden de gelegenheid minister Spaak te ontmoeten. Wij troffen hem kalm en vol vertrouwen. Hij verklaarde ons: De regeering verlaat Brussel NIET: de kwestie van haar vertrekt stelt zich NIET. Eerste-minister Pierlot zal Zondagavond, omstreeks 6 uur, voor de radio spreken en een volledige uiteenzetting geven over den toestand. Van de bevolking, die tot dusver blijk heeft gegeven van kalmte, mag verwacht worden dat zij ook verder haar koelbloedigheid zal bewaren en zich niet zal laten ontmoedigen door geruchten, die geenszins aan den werkelijken toestand beantwoorden.

Het Laatste Nieuws van Maandag 13 Mei 1940 (prijs : 40 centiemen)
Een Rede van Roosevelt
Ontroerd en verontwaardigd door de tragische berichten uit België, Nederland en Luxemburg


Washington, 11 Mei (Havas)

President Roosevelt sprak een rede uit bij gelegenheid van het achste Panamerikaansch wetenschappelijk kongres dat te Washington wordt gehouden.

Ik ben voldaan – zegde de president onder meer – omdat wij allen ontroerd en verontwaardigd zijn door de tragische berichten die ons uit België, Nederland en Luxemburg bereiken. De overgroote meerderheid van de wereldbevolking verafschuwt den oorlog, de verovering en de vernieling en bidt opdat een buur de hand niet zou opheffen tegen een buur. Tot onze spijt zijn wij tot het besluit gekomen dat de voortzetting van zekere oorlogsmethodes een uitdaging beteekent voor de voortzetting van de beschaving, waaraan wij in de drie Amerika's gewoon zijn geraakt.

De president ontwikkelde alsdan het thema van de nadering van den Europeeschen oorlog naar het Amerikaansche vasteland. Vandaag – zegde hij – weten we dat vele burgers van de Amerikaansche republikeinen tot deze laatste jaren geloofd hebben dat zij lichamelijk, ekonomisch en sociaal buiten het bereik waren van de aanvallen, die elders op de beschaving worden gericht. Misschien was dat verkeerde oordeel gesteund op een valsch onderricht van de aardrijkskunde en op de meening dat een afstand van verschillende duizenden mijlen die ons scheidt van een Europa dat door den oorlog verwoest wordt, ons een soort van magische onschendbaarheid bezorgt.

Ik ben overtuigd dat voor onze republikeinen de tijd gekomen is, om dit vraagstuk dat ons allen aanbelangt, te ontleden, om dan vragen te stellen, antwoorden te verwachten, onze ervaring te raadplegen, praktische formules toe te passen en vooral eensgezind te handelen. Ik ben pacifist en gij, medeburgers van 21 Amerikaansche republieken, ge zijt het eveneens. Maar ik ben overtuigd dat de grote meerderheid onder U, wanneer dit nodig mocht blijken, tenslotte bereid zou zijn om gezamenlijk onze kultuur, onze vrijheid en onze beschaving te verdedigen, met alle wapens die de wetenschap te onze beschikking heeft gesteld.

Het Laatste Nieuws van Zondag 12 mei 1940 (prijs : 40 centiemen)
In de monetaire economie, een deelgebied van de economie, slaat geldillusie op de neiging van mensen om over geld in nominale-, en niet in reële termen te denken. Met andere woorden, de numerieke waarde, die op een geldbiljet staat, wordt verward met de koopkracht (reële waarde) van dit geldbiljet. Dat is onjuist aangezien modern fiduciair geld geen intrinsieke waarde heeft en de reële waarde ervan alleen maar afhangt van hun geschikheid/acceptatie om geruild te worden voor goederen of in transacties met de overheid voor het betalen van belastingen.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Geldillusie
Handelskapitalisme

Het handelskapitalisme of vroegkapitalisme is een economisch systeem dat ontstond bij de opkomst van de rijke stedelijke gebieden in Noord-Italië en Vlaanderen in de hoge en late middeleeuwen. Kooplieden investeerden hun steeds groeiende kapitaal in ondernemingen op het gebied van handel en daarmee verbonden bedrijfstakken, zoals scheepsbouw, manufactuur en trafiek. Toen door de grote ontdekkingsreizen rond 1500 wereldhandel ontstond, kwamen grote, kapitaalkrachtige bedrijven tot stand. In de beginfase waren dat meestal familiebedrijven. Later begonnen kooplieden steeds vaker een joint venture om de risico's van hun investeringen te spreiden. De VOC is het eerste bedrijf ter wereld dat kapitaal bijeenbracht door de uitgifte van aandelen. Langzamerhand werd het beperken van de risico's en daarmee het voortbestaan van de ondernemingen belangrijker dan het behalen van winst op zich. Vooral voor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Engeland zien historici een verband tussen de opkomst van kapitalisme en het calvinisme, dat het verdienen van veel geld beschouwt als een volstrekt aanvaardbare manier om je - door God gegeven - talenten te ontplooien.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Handelskapitalisme
De psychologie van paradigmaverschuiving

Het merendeel van de complottheorieën is, net als met de meeste overige theorieën door de eeuwen het geval was en is, niet juist. Historisch gezien zijn de meeste theorieën inmiddels door de feiten achterhaald. Waarschijnlijk vanuit een basisbehoefte aan zekerheid en vastigheid gaat men er desondanks het liefst van uit dat al onze huidige theorieën kloppen, en hooguit nog verder verfijnd moeten worden. Toch is het tempo waarin wetenschappelijke 'zekerheden' worden vervangen door nieuwe inzichten nog nooit zo hoog geweest als in de afgelopen decennia. Men is zo overtuigd van het eigen wereldbeeld, dat men feiten die daar niet in schijnen te passen (anomalieën) gedurende zeer lange tijd negeert of anders probeert te interpreteren. De op den duur onvermijdelijke aanpassing van het wereldbeeld, wanneer dit gefalsificeerd is geraakt door de anomalieën, is een vaak een groepsproces waarvan de timing niet goed voorspelbaar is. Onderzoekers die met alternatieve theorieën komen worden vaak weggehoond, tot hun zaak dermate duidelijk is dat men zich niet meer kan voorstellen of herinneren dat men er ooit anders over dacht.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Complottheorie
VOC

De Vereenigde Oostindische Compagnie of in hedendaagse spelling Verenigde Oost-Indische Compagnie, afgekort tot VOC (1602 - 1798/1799), was een particuliere Nederlandse handelsonderneming met een monopolie op de overzeese handel tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en het gebied ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat Magellaan. De VOC werd in 1602 opgericht als de Generale Vereenichde Geoctroyeerde Compagnie. Het was destijds het grootste handelsbedrijf ter wereld en was de eerste naamloze vennootschap met vrij verhandelbare aandelen. De VOC wordt vaak genoemd als het eerste bedrijf dat in meerdere landen vestigingen had. De VOC richtte een handelsnetwerk op tussen de diverse handelsposten in de Aziatische regio. Deze intra-Aziatische handel zorgde vele jaren voor grote winsten. De VOC sloot daartoe naar believen tractaten met oosterse potentaten en vorsten. De compagnie sloeg eigen munten, want in Azië was nauwelijks vraag naar Europese producten, afgezien van wapens, wetenschappelijke instrumenten en medische handboeken. De VOC had een eigen leger en oorlogsschepen ter handhaving of uitbreiding van haar positie en om zo nodig handel met de lokale bevolking af te dwingen. De compagnie stortte zich in de eerste jaren in dure militaire campagnes om de Portugezen uit Aziatische handelsposten te verdrijven en andere concurrenten op een afstand te houden. Rond 1700 was de helft van het aantal medewerkers soldaat.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Vereenigde ... _Compagnie
De halve waarheid is een misleidende verklaring die enige elementen van de waarheid omvat. De verklaring kan gedeeltelijk waar zijn. De verklaring kan geheel waar zijn maar slechts een gedeelte van de hele waarheid omvatten. De verklaring kan ook bedrieglijke elementen omvatten, zoals foutieve interpunctie of een ambiguïteit. De opzet van een halve waarheid is te bedriegen, te ontwijken, de schuld af te schuiven of een verkeerde voorstelling van zaken te geven. In de politiek is het begrip "halve waarheden" een veelvoorkomend verschijnsel. Zo nu en dan betichten politici andere politici er van halve waarheden te gebruiken. De term kan echter ook gebruikt worden om een argument dat niet op halve waarheden berust in diskrediet te brengen.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Halve_waarheid
Volgens Whitehead moet het dualisme tussen God en de wereld doorbroken worden. God is immers zelf ook een actuele entiteit. Het verschil tussen God en de wereld is echter wel, dat God een eeuwige actuele entiteit is, en de wereld slechts tijdelijk is. God verenigt twee verschillende polen in zich. Whitehead noemt deze twee polen de primordiale en de consequente natuur. De primordiale natuur omvat het actieve en creatieve aspect van God. De consequente natuur omvat het passieve en receptieve van God. In zijn primordiale natuur beïnvloedt God het universum op een positieve manier. God doet dit nooit dwingend. Dat zou Hij zelfs niet eens kunnen. God is in deze opvatting namelijk niet almachtig, omdat de actuele entiteiten nooit totaal gedwongen kunnen worden. God kan de entiteiten echter wel lokken in de richting van het goede. Het doel hiervan is om een zo groot mogelijke harmonie te laten ontstaan. God is hierbij wel eeuwig, ongeschapen en onveranderlijk. In zijn consequente natuur is God afhankelijk van de wereld. God redt het vergankelijke door het op te nemen in zijn eigen leven. God 'verliest niets dat behouden kan worden'. In tegenstelling tot zijn primordiale natuur, is Gods consequente natuur wel veranderlijk. Maar ze verlaat het oude niet, maar neemt het in liefde op. God beleeft de lijdenservaringen van de wereld mee. In die zin is Hij 'the fellow-sufferer who understands'.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Alfred_North_Whitehead
Maar Nyaya is geen logica omwille van de logica alleen. Haar volgelingen meenden dat het verkrijgen van valide kennis de enige manier was om zich te kunnen vrijmaken van het lijden. Zij spanden zich daarom enorm in om aan valide bronnen van kennis te komen en die te onderscheiden van foutieve opvattingen. Volgens de Nyaya school zijn er exact vier bronnen van kennis (pramana's):
  • waarneming,
    gevolgtrekking (anumana),
    vergelijking en
    getuigenis.[/list:u]De kennis die door elk van deze bronnen verkregen wordt kan natuurlijk vals of valide zijn en de Nyaya geleerden getroostten zich veel moeite om voor ieder geval uit te maken wat nodig was om kennis valide te maken, waarbij ze tevens een serie verklarende schema's opstelden. Zo bezien is de Nyaya waarschijnlijk de oosterse tegenhanger van de tegenwoordige westerse analytische filosofie. Men kan Nyaya kortweg beschouwen als: een systematische begeleidingsprocedure voor het juiste denkproces.

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Nyaya
Een essentially contested concept (Nederlands: wezenlijk betwist begrip) is een begrip of concept dat onvermijdelijk eindeloze discussies met zich meebrengt over het juiste gebruik en de juiste interpretatie. Het begrip is in 1956 geïntroduceerd door de Engelse filosoof Walter Bryce Gallie in een brief aan de Aristotelian Society. Gallie begint met een vijftal condities voor een essentially contested concept:
  • het begrip is aan een waardeoordeel verbonden in die zin dat het betekenis of waarde geeft aan een beoogd, waardevol resultaat ("appraisiveness");
    dit resultaat heeft een intern complex karakter met meerdere componenten die elk bijdragen aan het resultaat als geheel ("intern complexity");
    de waarde van het resultaat kan alleen worden verklaard door te verwijzen naar de bijdragen van de verschillende onderdelen of kenmerken, waarbij deze onderdelen in verschillende volgorden van importantie verdeeld kunnen worden zonder dat één van deze volgorden op zichzelf als absurd beschouwd hoeft te worden ("diverse describability");
    het resultaat in kwestie is van dien aard, dat het naar gelang omstandigheden veranderen in aanzienlijke mate kan worden gewijzigd, zonder dat deze wijzigingen van tevoren voorspeld kunnen worden ("openness");
    verschillende stromingen hebben niet alleen verschillende opvattingen over het correcte gebruik of de juiste interpretatie van het begrip, maar ieder van hen erkent ook het feit dat het eigen gebruik of de eigen interpretatie door de anderen, tot op zekere hoogte met recht, kan worden betwist ("reciprocal recognition").[/list:u]Het is met name het vijfde kenmerk dat een begrip tot een essentially contested concept maakt; wat niet wegneemt dat ook de eerste vier noodzakelijke voorwaarden zijn waaraan volgens Gallie voldaan dient te worden wil van een essentially contested concept gesproken kunnen worden. Gallie voegt hier nog een tweetal kenmerken aan toe. Deze kenmerken verklaren waarom bij een essentially contested concept niet door analyse en experimenteren aangetoond kan worden dat het begrip radicaal verward is en waarom de term, als gevolg, gebruikt blijft worden. De zesde voorwaarde luidt dat het begrip een oorsprong heeft die door alle elkaar bestrijdende stromingen wordt erkend ("original exemplar"). Voorbeelden zijn het begrip 'christelijke traditie' en het begrip 'democratie'. Volgens Gallie dient ook het begrip 'kunst' op soortgelijke wijze te worden opgevat: ook hier is sprake van elkaar voortdurend bestrijdende scholen, stijlen en stromingen, die niet alleen een uitgesproken normatieve opvatting over kunst vertegenwoordigen, maar zich hierbij bovendien beroepen op bepaalde traditionele waarden. Tot slot, luidt de zevende voorwaarde dat het voortdurende gebruik van het essentially contested concept bijdraagt aan het behouden en ontwikkelen van een begrip van het oorspronkelijke gebruik van de term ("progressive competition").

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Essentiall ... ed_concept
Het Istanboel-protocol, officieel het Handboek over effectief onderzoek en documentatie van marteling en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of straf, is de eerste verzameling internationale richtlijnen voor de documentatie van marteling en de gevolgen daarvan. Het werd in 1999 een officieel document van de Verenigde Naties.Het Istanboel-protocol is bedoeld als verzameling internationale richtlijnen voor de beoordeling van personen die zeggen gemarteld of mishandeld te zijn, voor het onderzoek naar vermeende gevallen van marteling en voor het verslagleggen van de bevindingen daaruit aan de wetgevende macht of een andere onderzoeksinstantie.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Istanboel-protocol
‘Peace in our time’, zo juichte de Britse premier Chamberlain na zijn onderhandelingen met Adolf Hitler. Negen maanden later brak W.O. II uit met een oorlogsverklaring door Duitsland aan Polen en volgde de Duitse inval in Polen op 3 september 1939. Er komt een moment dat de grenzen van diplomatie en sancties zijn bereikt: niet omdat politieke en economische redenen aan de orde zijn, maar emoties. Emoties zijn ten diepste de oorzaak van de huidige militaire spanningen in Europa. Voor Europa vormen zij een existentieel gevaar omdat emoties oncontroleerbaar zijn. De vlam kan elk moment in de pan slaan. Het ‘Westen’ heeft een volstrekt gebrek aan empathisch vermogen getoond voor de Russische ziel, voor haar cultuur en angsten voor gevaren van buitenaf: herinnert u zich de invasies van Napoleon en Hitler; het zijn slechts twee voorbeelden uit de eeuwenlange tragische geschiedenis van Rusland.

http://www.coalitionfordefense.com/e...nieuwe-oorlog/
In zijn boek Vrijheid is vooruitgang (Development as Freedom, 1999) betoogt hij dat vooruitgang, ontwikkeling bestaat uit het opheffen van onvrijheden. Het verruimen van de vrijheid van mensen is doel en middel van ontwikkeling. Deze vrijheid kan economische vrijheid zijn maar ook politieke vrijheid, sociale voorzieningen (onderwijs, gezondheidszorg), garantie op openheid van zaken en sociale zekerheid. Ontwikkeling is dus meer dan alleen toename van het nationale inkomen. De toename van vrijheid is voor alle landen en is niet alleen voorbehouden aan rijke landen. Armoede is bij Sen niet alleen een laag geldinkomen maar een algemeen gebrek aan mogelijkheden voor mensen om het soort leven te leiden dat men wil. Deze opvatting heeft geleid tot het ontstaan van het jaarlijkse Human Development Report van de UNDP. Een belangrijk artikel van Sen is Rational Fools, a critique of the behavioral foundations of economic theory. Hierin beschrijft hij een kritiek op de rationele keuzetheorie. Individuen handelen niet alleen op basis van rationele keuze, maar ook op basis van moraliteit. Zij dienen rekening te houden met de waarde die zij aan hun omgeving hechten. Daarnaast zegt Sen dat het onmogelijk is voor individuen om alle mogelijke keuzes af te wegen om zo hun beste optie te kiezen.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Amartya_Sen
Neutraliteit van geld houdt in dat wijzigingen in de geldhoeveelheid geen invloed hebben op reële grootheden, zoals het reële inkomen en de werkgelegenheid, maar alleen op monetaire grootheden zoals het prijspeil, Neutraliteit van geld houdt in dat "geld een sluier" is en dat geld- en goederensfeer volledig van elkaar zijn gescheiden.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Neutraliteit_van_geld
Hoge schuldenniveaus en kwijtscheldingsprogramma’s zijn van alle tijden. Zo’n 2000 jaar voor aanvang van onze jaartelling – ten tijde van de Egyptische farao’s en het koninkrijk van Mesopotamië – speelde dit ook al. Bekend is bijvoorbeeld de code van Hammurabi, koning van Babel, daterend uit 1762 voor Christus. In deze code is vastgelegd dat onder bepaalde omstandigheden schulden worden kwijtgescholden. Destijds waren de kwijtscheldingen functioneel om de stabiliteit van de leefgemeen­schap te continueren. Heersers wilden de sociale cohesie behouden door te voor­komen dat mensen te veel schulden of eigendommen hadden. Vandaag de dag kan schuldannulering een pragmatisch onderdeel zijn van een monetaire reset.

http://www.economie-macht-maatschappij. ... bilee.html
Het eindresultaat van het proces van financiële mondialisering zal misschien zijn dat we in de kern van onze economieën een automaat hebben gecreëerd die in beslissende mate ons leven conditioneert. De grote nachtmerrie van de mensheid – er getuige van zijn hoe machines onze wereld gaan beheersen – lijkt op elk ogenblik werkelijkheid te kunnen worden, niet in de vorm van robots die banen overbodig maken, of grote regeringscomputers die ons dag en nacht bewaken, maar als een elektronisch systeem van financiële transacties. Deze automaat functioneert volgens een eigen logica die niet de logica is van de regels van onze traditionele markt. Overheden, ondernemingen en financiële instellingen hebben vrijwel geen greep op de dynamiek van de door de automaat in beweging gebrachte geldstromen, ondanks hun rijkdom en macht. Toch is een effectieve regulering van de wereldeconomie technisch denkbaar. Het schort niet aan technologie, maar het draait om menselijke (en dus ook om politieke) waarden. Deze menselijke waarden kunnen veranderen, het zijn geen natuurwetten. Dezelfde elektronische netwerken van informationele en financiële stromen kunnen worden afgestemd op andere waarden.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Manuel_Castells
Volgens de economieboekjes is geld waardenvrij. Het is niet meer dan een ruilmiddel en het wordt geacht geen effect te hebben op de transacties. Lietaer betwist die visie - ‘Geld is helemaal niet waardenvrij’, stelt hij. ‘Het monetaire systeem is – ook al is dat onbewust gebeurd – geprogrammeerd om een bepaald gedrag te veroorzaken. Het werkt concurrentie en kortetermijndenken in de hand, het dwingt tot economische groei en het onderwaardeert zorg, onderwijs en taken die cruciaal zijn om een samenleving in stand te houden. De economische theorie leert dat mensen concurreren om markten en grondstoffen; ík denk dat mensen in werkelijkheid concurreren om geld. Die concurrentie is een direct gevolg van de wijze waarop geld wordt gecreërd. Banken brengen geld in omloop door middel van leningen. Zodra iemand bijvoorbeeld een hypotheek van 100 duizend euro afsluit, ontstaat er geld dat in de economie gaat circuleren. Maar dan komt het: de bank verwacht dat de ontvanger van de lening in de daaropvolgende twintig jaar in totaal 200 duizend euro terugbetaalt aan aflossing en rente. Maar die tweede 100 duizend euro creëert de bank niet. Dat geld – de rente – moet de ontvanger van de lening op de één of andere manier zien te bemachtigen en dat dwingt hem tot concurrentie met anderen. Heel simpel is het zo: er moeten mensen failliet gaan om anderen in staat te stellen hun leningen te kunnen aflossen. Tegelijkertijd heeft rente concentratie van rijkdom tot gevolg: zij die geld hebben, worden ‘automatisch’ rijker. Bovendien dwingt het systeem de maatschappij tot voortdurende economische groei: er móet steeds nieuw geld in omloop worden gebracht om leningen te kunnen aflossen. Lietaer: ‘Mijn conclusie is dat hebzucht en competitiedrang geen inherente menselijke eigenschappen zijn. Die eigenschappen worden voortdurend gestimuleerd door het soort geld dat we gebruiken. Er is meer dan genoeg voedsel en werk voor iedereen. Er is alleen schaarste aan geld.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Bernard_Lietaer
Het IS-LM model werd geboren tijdens de Econometrische conferentie, die in september 1936 in Oxford werd gehouden. Roy Harrod, John R. Hicks en James Meade presenteerden er alle drie artikelen, waarin zij wiskundige modellen beschreven, waarin zijn poogden het gedachtegoed van John Maynard Keynes uit The General Theory of Employment, Interest and Money samen te vatten. Hicks, die een ontwerpversie van het artikel van Harrod had ingezien, was de geestelijk vader van het IS-LM model (oorspronkelijk gebruikte hij overigens LL in plaats van LM). Hij presenteerde zijn ideeën later in zijn artikel "Mr. Keynes and the Classics: A Suggested Interpretation" (De heer Keynes en de klassieken, een voorgestelde interpretatie). Hicks stemde er later mee in dat het model belangrijke punten uit de Keynesiaanse theorie miste. Hij bekritiseerde het IS-LM-model als zijnde als zeer beperkt bruikbaar buiten het "klaslokaal" en bekritiseerde evenwichtsmethoden in het algemeen: "Wanneer men beleidsvragen beschouwt en naar de toekomst kijkt in plaats van naar het verleden, is het gebruik van het evenwichtsmethoden nog meer dubieus". Het belangrijkste probleem was dat het IS-LM-model de reële- en de monetaire sectoren als afzonderlijke presenteert, iets wat Keynes probeerde te overstijgen. Daarnaast negeert een evenwichtsmodel onzekerheid - en dat terwijl het begrip liquiditeitsvoorkeur alleen betekenis heeft in de aanwezigheid van onzekerheid.

http://nl.wikipedia.org/wiki/IS-LM-model
At the height of the Great Depression a number of leading U.S. economists advanced a proposal for monetary reform that became known as the Chicago Plan. It envisaged the separation of the monetary and credit functions of the banking system, by requiring 100% reserve backing for deposits. Irving Fisher (1936) claimed the following advantages for this plan:

(1) Much better control of a major source of business cycle fluctuations
(2) Complete elimination of bank runs
(3) Dramatic reduction of the (net) public debt
(4) Dramatic reduction of private debt

We study these claims by embedding a comprehensive and carefully calibrated model of the banking system in a DSGE model of the U.S. economy. We find support for all four of Fisher's claims. Furthermore, output gains approach 10 percent, and steady state inflation can drop to zero without posing problems for the conduct of monetary policy.

http://www.imf.org/external/pubs/ft/wp/2012/wp12202.pdf
Beperkte rationaliteit of begrensde rationaliteit is rationaliteit van de mens in besluitvorming waarbij er rekening wordt gehouden met de beperkte beschikbaarheid van informatie, cognitieve beperkingen en de beperkte tijd om tot een besluit te komen. Herbert Simon formuleerde een aantal axioma's ter beschrijving van besluitvormingstheorie. Deze axioma's of proposities zijn:

1.de mens kan onmogelijk alle alternatieven voor een beslissing kennen;
2.de alternatieven die hij kent, kan hij niet alle simultaan vergelijken. Hij doorloopt eerst een sequentieel zoekproces, waardoor hij de alternatieven een voor een beschouwt en vergelijkt;
3.als gevolg van de eerste twee axioma's zal de mens niet het optimale alternatief kiezen (zoals door rationaliteit beweerd wordt). Hij zal daarentegen het eerste voldoening gevende alternatief kiezen;
4.de mens beschikt over een set routineacties, die hij oproept zodra een herkenbaar probleem zich voordoet;
5.deze routineacties bestaan alle los van elkaar (Simon noemt dit axioma het loosly-coupled-axioma);
6.elk probleem wordt simultaan met het bestaande doel en de bestaande middelen beschouwd;
7.als gevolg van axioma's 4 en 5 zal het sequentieel zoekproces uit axioma 2 pas in werking treden als de routineacties niet meer volstaan.

Deze beschrijving van de mens staat in contrast met het rationaliteit, dat de mens als homo oeconomicus beschouwt. Beperkte rationaliteit beschouwt de mens daarentegen als homo administrativus. In tegenstelling tot bij volledige rationaliteit speelt de volgorde waarin alternatieven worden overwogen bij beperkte rationaliteit wel van belang. Bij volledige rationaliteit worden alle alternatieven overwogen en kan zo tot een optimale keuze gekomen worden. Bij beperkte rationaliteit zal het zoekproces gestaakt worden bij de eerste bevredigende optie (beschikbaarheidsheuristiek). Het nadeel van beperkte rationaliteit is daarmee dat niet noodzakelijk de meest optimale keuze wordt gemaakt en dat een besluit in sommige gevallen zelfs averechts kan uitwerken. Het probleem van te weinig of juist te veel informatie wordt opgelost door de vorming van een vereenvoudigd model van de werkelijkheid. Nieuwe informatie wordt op basis van dit model verwerkt en binnen die context kan een onjuiste beslissing juist lijken. Beperkte rationaliteit heeft echter ook voordelen. Doordat niet alle alternatieven worden overwogen, wordt voorkomen dat de besluitvorming verlamt. In een omgeving waar ruimte bestaat voor onjuiste beslissingen, wegen de voordelen dan ook op tegen de nadelen. Beperkte rationaliteit wordt vaak in verband gebracht met het logisch incrementalisme van Charles Lindblom en James Quinn.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Beperkte_rationaliteit
Ceteris paribus is een uitdrukking afkomstig uit het Latijn, die betekent: "de overige omstandigheden gelijk blijvend". De term wordt vooral in wetenschappelijk onderzoek zoals de economische wetenschappen gebruikt om in theoretische modellen een situatie te onderzoeken waarin de invloed van veranderingen in één grootheid (de verklarende variabele) op één andere grootheid (de te verklaren variabele) wordt nagegaan.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Ceteris_paribus
Cognitieve dissonantie is een psychologische term voor de onaangename spanning die ontstaat bij het kennisnemen van feiten of opvattingen die strijdig zijn met een eigen overtuiging of mening, of bij gedrag dat strijdig is met de eigen overtuiging, waarden en normen. Het gaat met andere woorden om de perceptie van onverenigbaarheid tussen twee cognities, waarbij het woord cognitie kan slaan op kennis, houding, emotie, geloof of gedrag. Volgens de theorie voelen mensen een sterke drang om dissonanties te verkleinen door hun opvattingen of gedrag aan te passen of te rationaliseren. Het tegenovergestelde van cognitieve dissonantie is cognitieve consonantie.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Cognitieve_dissonantie
Het dunning-krugereffect is een psychisch verschijnsel. Het treedt op bij incompetente mensen die juist door hun incompetentie het metacognitieve vermogen missen om in te zien dat hun keuzes en conclusies soms verkeerd zijn. Incompetente mensen overschatten nogal eens hun eigen kunnen, en daardoor wanen ze zich bovengemiddeld competent. Mensen die werkelijk bovengemiddeld competent zijn, hebben daarentegen de neiging hun eigen kunnen te onderschatten. Minder competente mensen slaan zodoende hun eigen capaciteiten hoger aan dan zij die veel competenter zijn. Dat kan een verklaring zijn voor het gebrek aan intellectueel zelfvertrouwen waar sommige competente mensen mee kampen: zij gaan ervan uit dat anderen net zo capabel zijn als zijzelf. Incompetente mensen vergissen zich dus doordat ze zichzelf te hoog inschatten, terwijl competente mensen zich vergissen doordat ze anderen te hoog inschatten. Het verschijnsel is waargenomen door tal van filosofen, onder wie de Brit Bertrand Russell, die er het volgende over opmerkte: "In de wereld van vandaag lopen de domkoppen over van zelfverzekerdheid, terwijl de slimmeriken een en al twijfel zijn"

http://nl.wikipedia.org/wiki/Dunning-Kruger-effect
In de moderne systeemtheorie bepaalt chaos de toestand van een systeem waarin zijn stabiele cycli plaatsruimen voor complexe, schijnbaar ordeloze gedragingen. Een chaos-venster is een periode waarin iedere invloed of prikkel van buitenaf tot dusdanige proporties kan worden ‘opgeblazen’ dat bestaande tendensen erdoor worden veranderd en er nieuwe tendensen ontstaan. Het ‘chaospunt’ is de cruciale toestand waarop tendensen die tot de huidige toestand van het systeem hebben geleid ineenstorten en het systeem niet meer kan terugkeren tot zijn vroegere toestanden en gedragsmodi, maar onomkeerbaar wordt gelanceerd langs een traject met een aangepaste structuur en bijhorende modus operandi.

http://www.bol.com/nl/p/het-chaos-punt/ ... 004464047/
Kuhn beschreef de 'structuur van de wetenschappelijke revoluties' in een aantal termen die sindsdien wetenschapsfilosofische standaardtaal geworden zijn: In periodes van normale wetenschap lossen wetenschappers puzzels op. Dat doen ze binnen een paradigma. Maar na verloop van tijd komen ze anomalieën tegen, fenomenen die onverklaarbaar zijn. Als de stapel anomalieën te groot wordt, ontstaat een crisis. Die leidt tot een revolutie: een nieuw paradigma wordt de standaard. Je gaat dus door een paradigmaverschuiving waarbij tussen het oude en het nieuwe paradigma geen communicatie mogelijk is. Het is alsof twee verschillende werelden door een onoverbrugbare kloof gescheiden worden. Door deze onvergelijkbaarheid wordt het onmogelijk om op zuiver rationele gronden tussen de verschillende paradigma's te kiezen. Kuhn benadrukte die paradigmabreuk om het idee van een cumulatieve wetenschapsgroei te ondermijnen.

http://cobra.be/cm/cobra/boek/boek-rece ... /1.1298656
Een waarheid die andere ogenschijnlijk tegenstrijdige waarheden op een hoger niveau met elkaar verzoent is een "overkoepelende waarheid". Stellingen kunnen als waar bewezen worden en toch strijdige axioma's opleveren, die alleen met de grootste moeite in een overkoepelende inzicht met elkaar in overeenstemming gebracht kunnen worden. Zo ging de speciale relativiteitstheorie van Einstein uit van de schijnbare tegenstrijdigheid tussen een constante lichtsnelheid en de gelijke geldigheid van natuurwetten voor elke willekeurige waarnemer. Echter, zo'n overkoepelende waarheid is niet altijd van toepassing, deels omdat er schijnbare tegenstrijdigheden bestaan die nog door geen enkele wetenschap kunnen worden opgelost (zoals die tussen de kwantummechanica en zwaartekracht), deels omdat zo'n overkoepelende waarheid op alledaags niveau niet altijd als even relevant wordt ervaren. Binnen de wetenschap spreekt men vaak ook van een "theorie van alles", die alle fundamentele theorieën van de natuurkunde met elkaar zou verenigen.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Waarheid
Inflatie (letterlijk "opblazen") is een begrip uit de economie en betekent volgens de Oostenrijkse School (OS) in de economie een toename van de geldhoeveelheid.[1] De OS heeft een volstrekt andere visie op inflatie en haar gevolgen dan in de meeste leerboeken gebruikelijk is: daar omschrijft men inflatie doorgaans slechts als prijsstijgingen of stijging van het prijsniveau en wordt een verklaring hiervoor niet altijd expliciet gegeven. Voor de OS geldt: inflatie is de toename van de geldhoeveelheid, prijsstijgingen zijn daarvan een gevolg. Ook wijkt de OS af van de monetaristen, die stellen dat de toename van de geldhoeveelheid, "inflatie veroorzaakt"; de OS noemt die toename zélf inflatie. Economen die tot de Oostenrijkse School worden gerekend, hebben hun visie op inflatie uitvoerig onderbouwd, in talloze boeken en essays. Hierbij maakten en maken zij gebruik van zowel economische theorie als de actualiteit.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Inflatie_v ... kse_School
Schumpeters grote kennis komt tot uiting in zijn postuum verschenen Geschiedenis van de Economische Analyse. Sommige van zijn oordelen zijn opmerkelijk, bijvoorbeeld zijn mening dat niet Adam Smith, maar Turgot de belangrijkste 18de eeuwse econoom was. Schumpeter bekritiseerde John Maynard Keynes en David Ricardo voor de "Ricardiaanse zonde". Volgens Schumpeter redeneerden Ricardo en Keynes met abstracte modellen, waar zij alle variabelen bevroren en dus buiten beschouwing lieten, behalve die paar variabelen, waarmee zij iets wilden aantonen, waarna zij vervolgens gemakkelijk konden aantonen dat de ene variabele de andere zou veroorzaken. Dit leidde tot het volgens Schumpeter heilloze geloof dat men gemakkelijk beleidsconclusies zou kunnen trekken uit abstracte theoretische economische modellen.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Joseph_Schumpeter
In hetzelfde boek zette Schumpeter een theorie van de democratie uiteen, die tot doel had, dat wat hij de "klassieke leer" noemde, uit te dagen. Hij betwistte het idee dat democratie een proces was, waarbij de kiezers zich identificeren met het algemeen belang, en dat politici dit algemeen belang vervolgens uit naam van de kiezers uitvoerden. Hij betoogde dat dit onrealistisch was, en dat de onwetendheid en de oppervlakkigheid van de mensen betekende dat zij in feite tot op grote hoogte door de politici zouden worden gemanipuleerd. De politici bepaalden de agenda. Dit maakte een 'regering door het volk' concept naar zijn mening zowel onwaarschijnlijk als ongewenst. In plaats daarvan bepleitte Schumpeter, sterk beïnvloed door Max Weber, een minimalistisch model, waarbij democratie een mechanisme is voor de concurrentie tussen leiders, vergelijkbaar met een marktstructuur. Hoewel periodieke verkiezingen, waar iedereen zijn stem uitbrengt, regeringen legitimeren en verantwoordelijk houden, is het beleidsprogramma een zaak van de regering en niet van het volk. De participerende rol van individuen is meestal ernstig ingeperkt.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Joseph_Schumpeter
In het moderne leven onderdrukken we het kind meestal, want kinderlijkheid is een belediging voor het soort ego dat we bewonderen. We geven de voorkeur aan de welopgevoede, beheerste, aangepaste en nogal uniforme mens die heeft geleerd dat hij moet passen in de doelstellingen van onze maatschappij, die grotendeels vorm hebben gekregen door ons geloof in het Kapitalisme. We definiëren rijpheid in die termen en steunen een opvoedingssysteem dat die filosofie schraagt. Ons gebrek aan wellevendheid is grotendeels te wijten aan het onderdrukte kind dat ingaat tegen de harde eisen die door de maatschappij aan hem worden gesteld. Mensen zijn boos en gedeprimeerd om het vreugdeloze leven dat ze gedwongen worden te leiden en luchten hun frustratie door verwerpelijke manieren van asociaal gedrag, als waren ze kinderen die niet hebben geleerd wat het is om sociaal te zijn. Onze huidige maatschappelijk ‘donkere nacht’ is deels te wijten aan de onderdrukking van het kind in ons.

http://www.bol.com/nl/p/de-donkere-nach ... 002095437/
Praxeologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het menselijk handelen. Alfred Espinas was de eerste persoon die deze term opperde in een artikel "Les origines de la technologie" voor het blad Revue Philosophique in 1890, alhoewel de latere betekenis gevormd werd door Ludwig von Mises en zijn aanhangers (onder meer Friedrich von Hayek en Murray Rothbard).Uit de praxeologie maakte hij de afleiding dat elke bewuste menselijke handeling een intentie is om het welzijn van de persoon te verbeteren. Daarbij maakte hij wel de kanttekening dat praxeologie zich niet bezig houdt met wat het welzijn voor ieder individu inhoudt, maar wel op welke manier de individu het welzijn zal willen verbeteren. Het individu verbetert het welzijn door het verwijderen van een ontevredenheid. Omdat de toekomst niet vaststaat, kan het individu niet een a priori uitspraak doen of de handeling daadwerkelijk het welzijn zal verbeteren, en zijn deze handelingen dus speculatief.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Praxeologie
Het Bruto Binnenlands Product omvat luchtvervuiling en reclame voor sigaretten en de ambulances die op de snelwegen verkeersslachtoffers weghalen. Het rekent de speciale sloten voor onze deuren mee en ook de gevangenissen voor de mensen die ze stukmaken. Het Bruto Binnenlands Product omvat de vernietiging van de cederwouden en de dood van Lake Superior. Het neemt toe met de productie van napalm en raketten en kernkoppen. Het houdt geen rekening met de gezondheid van onze gezinnen, de kwaliteit van het onderwijs of het genoegen dat we aan spelen beleven. Het is net zo onverschillig voor de properheid van onze fabrieken als voor de veiligheid van onze straten. Het telt niet de schoonheid van onze poëzie mee of de kracht van onze huwelijken, noch de intelligentie van het publieke debat of de integriteit van overheidsofficials... het meet kortom alles, behalve dat wat het leven de moeite waard maakt

http://nl.wikipedia.org/wiki/Robert_F._Kennedy
Amerikaanse dollars zijn nu nog een gewaardeerde muntsoort. Meer dan tweederde deel van de mondiale geldreserve wordt aangehouden in dollars. Daarom kunnen oplopende schulden van de Verenigde Staten worden gefinancierd door meer dollars uit te lenen. Centrale banken met grote reserves aan buitenlandse valuta, zoals China, Japan en andere Aziatische landen, worden in feite gegijzeld door de Amerikaanse fiscale politiek. Zij beseffen dat een weigering om hun dollarreserve verder te laten groeien – om van een vermindering daarvan maar te zwijgen - de dollarkoers onder zware druk zou zetten, waardoor zij enorme verliezen op hun reserves zou lijden. Daar komt nog bij dat een dollar met geringere koopkracht hun export naar de VS zou afremmen, hetgeen tot werkloosheid zou leiden en het gevaar van een recessie kan uitlokken. Dat zijn allesbehalve welkome vooruitzichten. Echter, hoe lang blijft de wereld nog bereid de Amerikaanse overbestedingen te financieren ? Het financiële evenwicht raakt steeds verder verstoord en het is slechts een kwestie van tijd voordat het punt is bereikt waarop er een correctie MOET plaatsvinden. De centrale bankiers beseffen heel goed dat er maar één alternatief is voor een plotselinge en pijnlijke correctie, namelijk een radicale overstap naar een andere reservemunt. Als dat gebeurt, zouden de Amerikanen hun tekorten in dollars niet meer kunnen financieren, waardoor de Amerikaanse economie met een schok zou worden geconfronteerd die vergelijkbaar is met die welke recentelijk tot de ineenstorting van de Argentijnse economie heeft geleid. Dit zou wereldwijde repercussies hebben. In de Economic Outlook 2005 van het IMF wordt erop gewezen dat het niet langer de vraag is of de wereldeconomie zich zal aanpassen, alleen hoe deze aanpassing zich zal voltrekken. Als er met de nodige maatregelen voor een geleidelijke aanpassing wordt getalmd, zal dat tot een abrupte correctie leiden. Zoiets zou deel uitmaken van het omslagpunt voor de volledige wereldeconomie, of deze omslag misschien zelfs uitlokken.

http://www.bol.com/nl/p/het-chaos-punt/ ... 004464047/
Een theodicee (van het Klassieke Grieks: theos (God) en dikè (recht, rechtvaardiging): de "rechtvaardiging van God") is een argumentatie die een rechtvaardiging moet zijn voor (het geloof in het bestaan van) een God die zowel volmaakt goed als almachtig is, terwijl er toch kwaad in de wereld bestaat (het probleem van het lijden). Een theodicee poogt een logische verklaring te geven voor deze paradoxale combinatie van eigenschappen en feiten. Er zijn in de loop van de geschiedenis verschillende theodiceeën opgesteld. Het woord stamt uit de christelijke traditie. De zware aardbeving in Lissabon die die stad in 1755 op een kerkelijke feestdag verwoestte bracht velen in Europa, de filosofen van de Verlichting voorop, aan het twijfelen over het bestaan van een rechtvaardige God. De gangbare gedachten over een theodicee konden niet met de ramp in overeenstemming worden gebracht. Met name de theodicee van Leibniz werd door vooruitstrevende intellectuelen verworpen naar aanleiding van deze catastrofe.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Theodicee
Ik, Prediker, was koning van Israël in Jeruzalem. 13 Ik heb met heel mijn hart elke vorm van wijsheid onderzocht, want ik wilde alles wat onder de hemel gebeurt doorgronden. Het is een trieste bezigheid. Een kwelling is het, die de mens door God wordt opgelegd. 14 Ik heb alles gezien wat onder de zon gebeurt, en vastgesteld dat het niet meer is dan lucht en najagen van wind. 15 Wat krom is kan niet recht worden gemaakt, en wat ontbreekt kan niet worden meegeteld. 16 Ik zei tegen mezelf: Ik heb meer en groter wijsheid verworven dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. Ik heb veel wijsheid en kennis opgedaan. 17 Ik heb me er met hart en ziel voor ingespannen te ontdekken wat wijs is, en wat dwaas en onverstandig is. Maar ook dat, zo heb ik ingezien, is enkel najagen van wind. 18 Want wie veel wijsheid heeft, heeft veel verdriet. En wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart.

http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Pr
Wat we zien is niet de werkelijkheid. We zien dat de zon opkomt, maar ‘weten’ dat in werkelijkheid de zon ten opzichte van ons (de aarde) stilstaat en dat de aarde draait. In de wereld van het onzichtbaar kleine is het nog gekker, want de wereld is vooral leeg. Materie is niet van materie gemaakt. Als we de kern van een atoom vergroten tot een rijstkorrel, zou het hele atoom de grootte hebben van een voetbalstadion en de elektronen zouden als rijstkorrels zijn die tussen de plaatsen doorvliegen. Sir Arthur Eddington zei: “De materie is overwegend spookachtige lege ruimte.” Om preciezer te zijn, het is 99,9999999% lege ruimte. Maar waarom zakt die 99,9…% lege ruimte van mijn hand niet door de 99,9… % lege ruimte van de tafel, waarop mijn hand ligt? De makkelijkste verklaring hiervoor is dat de elektronen zo snel rond de kern draaien dat ze een ondoordringbaar pantser vormen. Stel je voor dat iemand een gewicht aan een touw rond zich slingert. Je kunt niet in de buurt komen om hem of haar aan te raken, want het rondcirkelende gewicht houdt je op afstand. Wanneer twee atomen elkaar ontmoeten, zorgt de cirkelende beweging van hun elektronen ervoor dat ze elkaar niet kunnen raken en gedragen ze zich als massieve ballen.

http://www.peterrussell.com/index2.php
Soms zegt men dat één van de grootste problemen in de Westerse samenleving de kloof tussen arm en rijk is, dat is waar. Echter, dit is een ‘Westerse’ manier om ernaar te kijken., louter gekwantificeerd als de inkomenskloof. En hoe alarmerend die kloof ook is, er is nog een zorgwekkender kloof nl. de innerlijke kloof, een cultuurkloof, een kloof in bewustzijn, een kloof in de diepte. Als het zwaartepunt van een samenleving meer en meer verschuift, als steeds meer mensen overgaan van egocentrisch naar etnocentrisch en wereldcentrisch (of hoger), dan plaatst dit een zware last op de samenleving om die mensen ‘verticaal’ te integreren op verschillende diepten in hun eigen ontwikkeling. En hoe dieper het zwaartepunt van een cultuur ligt, des te groter is de noodzaak en de last van deze verticale integratie. Zoals altijd maakt het nieuwe en hogere zwaartepunt de beschikbaarheid van de hogere of diepere structuren voor individuele burgers mogelijk, maar garandeert het die NIET. Naarmate het zwaartepunt van een maatschappij verschuift, zijn er mensen die kunnen achterblijven, gemarginaliseerd, uitgesloten van hun eigen ontwikkeling, benadeeld op de meest gruwelijke wijze nl. in hun innerlijke bewustzijn, waarde en betekenis. Dit schept een interne spanning in de cultuur die verwoestend kan zijn. De kans op een cultuur- of bewustzijnskloof wordt groter bij iedere nieuwe culturele transformatie. Omdat in het ‘Westen’ geen diepte wordt erkend, kunnen we geen zicht krijgen op de dieptekloof, de cultuurkloof, de bewustzijnskloof, die daardoor de ontwikkelde en ‘beschaafde’ landen zal blijven teisteren totdat dit meest cruciale probleem eerst erkend wordt, en vervolgens in een kader gezet wordt op manieren die ons in staat stellen ermee te leren omgaan.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Ken_Wilber
Katallaktiek of Katallaxie (Grieks: καταλλαξία - katallaxia, betekent "uitwisseling", maar ook impliciet "van een vijand een vriend maken") is de praxeologische studie van de werking van marktinteracties. De leer van de katallaktiek analyseert (wisselwerkingen in) uitwisselingsrelaties in markten, het onderhandelen dat het uitwisselingsproces kenmerkt, de effecten van mogelijke en reële marktinteracties en de instituties waarbinnen deze plaatsvinden. Sinds het begin van de 20e eeuw wordt het begrip katallaktiek in de economie gebruikt als aanduiding voor vrije marktinteracties als de drijvende kracht achter de oplossing van complexe economische problemen. Het belang van de katallaktiek wordt benadrukt door de herhaalde uitreiking van Nobelprijzen voor katallaktisch onderzoek door bekende economen, zoals onder andere Daniel Kahneman, Vernon L. Smith, George A. Akerlof, Michael Spence en Joseph E. Stiglitz, alsook Friedrich von Hayek.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Katallaktiek
In eerste instantie lijkt de oplossing gelegen in een nauwere internationale samenwerking door middel van bijvoorbeeld Special Drawing Rights (SDR). Het IMF-rapport concludeert echter dat uiteindelijk de invoering van een wereldwijde munteenheid het meest logisch is, aangezien SDR slechts een rekenmethode is die gebaseerd is op de vrijelijk te gebruiken valuta van de lidstaten, en niet een munteenheid op zichzelf is. ‘Van SDR naar Bancor (de Bancor was in 1944 de naam voor een eventuele wereldmunt die werd voorgesteld door misschien wel de beroemdste econoom aller tijden, de Brit J.M.Keynes). Een recent besproken beperking van de SDR is dat het geen valuta is. De waarde van de SDR blijft nauw verbonden met de omstandigheden en prestaties van de belangrijke deelnemende landen. Een meer ambitieuze hervorming zou het verder bouwen op eerdere ideeën zijn door in de loop van de tijd een wereldmunt te ontwikkelen. Ter ere van Keynes zou deze bijvoorbeeld de Bancor kunnen worden genoemd.’ Hoewel het IMF denkt dat de invoering van deze wereldmunt pas op de lange termijn zal kunnen plaatsvinden, wordt er één voorbehoud gemaakt waardoor dit mogelijk toch veel sneller zou kunnen gaan gebeuren: ‘… mits een dramatische verandering in de wil voor meer internationale samenwerking.’ Een dergelijke ‘dramatische verandering’ zou er natuurlijk heel goed kunnen komen als inderdaad blijkt dat het huidige zogenaamde economische ‘herstel’ vals blijkt -zelfs in de reguliere media wordt hier nu langzaam gewag van gemaakt- en de volgende, waarschijnlijk veel ernstigere fase van de wereldwijde financiële/economische crisis vrijwel alle landen in grote problemen zal brengen.

http://economicdepression2012.wordpress ... -einddoel/
Onder informatie (van Latijn informare: "vormgeven, vormen, instrueren") verstaat men in algemene zin alles wat kennis of bepaaldheid toevoegt en zodoende onwetendheid, onzekerheid of onbepaaldheid vermindert. In striktere zin wordt wel gesteld dat pas van informatie gesproken kan worden als die voor mensen interpreteerbaar is. Het interpreteren en integreren van deze informatie resulteert in kennis. Er zijn in de loop van de tijd honderden definities van het begrip informatie gegeven. Dit komt doordat het begrip in een aantal (sub)wetenschappen en toepassingsgebieden op verschillende wijzen wordt gebruikt. Informatie wordt overgedragen via communicatie. Informatie wordt vaak verward met de begrippen gegevens en/of kennis. Hoewel deze begrippen veel met elkaar te maken hebben, zijn ze niet hetzelfde. Gegevens zijn rauwe feiten of symbolen. Gegevens worden pas informatie als de gegevens een betekenis of nieuwswaarde hebben voor de ontvanger. Bovendien zou het de ontvanger ook van praktisch nut moeten zijn, wat niet voor elk nieuws geldt. Een andere definitie stelt dat de mate waarin onzekerheid wordt opgeheven, een maat voor de hoeveelheid informatie is.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Informatie
Kruiskatalytische cycli, steeds meer omvatting

Iedere nieuw gevormde sociaal-culturele organisatie omvat en integreert de vroegere vormen en transformeert deze gedeeltelijk. Dit leidt tot een nieuw en hoger systeemniveau waarbinnen de eerdere systemen functionele subsystemen vormen. De totstandkoming van hogere ‘suprasystemen’ ten gevolge van de integratie van voorheen relatief autonome systemen (die voortaan als subsystemen fungeren) is in de systeemtheorie een bekend begrip. Zulke suprasystemen ontstaan als gevolg van het creëren van ‘hypercycli’ waarin de subsystemen in elkaar grijpen onder invloed van cycli die elkaar wederkerig katalyseren : de zogeheten ‘kruiskatalytische cycli’. Hierdoor worden de subsystemen in toenemende mate afhankelijk van elkaar, terwijl het suprasysteem dat ze gezamenlijk vormen zijn structuur en autonomie verwerft. De met de Nobelprijs voor natuurkunde onderscheiden fysicus Manfred Eigen heeft aangetoond dat de vorming van suprasystemen onder invloed van auto- en kruiskatalytische cycli de grondslag vormt van de evolutie van alle levensvormen op aarde. In de rijke moleculaire ‘soep’ der oeroceanen werden kruiskatalytische cycli door de natuur verkozen boven andere vormen van samenhang, omdat ze in een turbulente omgeving stabieler waren dan ieder ander moleculaire organisatievorm. De fysisch chemicus en expert in thermodynamica Ilya Prigogine werd onderscheiden met de Nobelprijs nadat hij de wijze waarop kruiskatalytische systemen tot de evolutie van complexe systemen leiden had uitgewerkt. Kruiskatalytische systemen zijn ook in de menselijke samenleving werkzaam. In de politieke sfeer kwamen uit steeds intensievere banden verschuivingen van nationaal naar internationaal voort van waaruit zich de wereldomspannende organisatievormen ontwikkelden. Er werden eerst internationale economische blokken als de Europese Unie en de Association of South-East Asian Nations gevormd, deze vonden aansluiting bij wereldomspannende en intergouvernementele organisaties. Samen trekken ze een aantal functies naar zich toe die vroeger het privilege waren van de nationale regeringen. In het bedrijfsleven heeft zich een overeenkomstige ontwikkeling voltrokken. Door middel van overnames, fusies en uitbesteding van taken creëerden ondernemingen die op lokaal niveau ontstonden vertakkingen op nationaal niveau waarna ze zich verder vertakten tot multinationale of zelfs mondiale organisaties. Merknamen op de wereldmarkt staan model voor de hypercyclus die de verschillende groepen, divisies en bedrijfseenheden van de multinationale of mondiale onderneming samenbindt. (Ervin Laszlo)
De wereldmarkt, een automaat ?

Op het niveau van het menselijke bestaan zou het feit dat de nieuwe economie in fundamentele opzichten door machines is gevormd wel eens de meest alarmerende eigenschap ervan kunnen zijn. De zogenaamde ‘wereldmarkt’ is strikt genomen helemaal geen markt, maar een netwerk van machines die op basis van maar één waarde zijn geprogrammeerd, geld verdienen ter wille van het geld, met uitsluiting van alle overige waarden. Manuel Castells … ‘Het eindresultaat van het proces van financiële mondialisering zal misschien zijn dat we in de kern van onze economieën een automaat hebben gecreëerd die in beslissende mate ons leven conditioneert. De grote nachtmerrie van de mensheid – er getuige van zijn hoe machines onze wereld gaan beheersen - lijkt op elk ogenblik werkelijkheid te kunnen worden, niet in de vorm van robots die banen overbodig maken, of grote regeringscomputers die ons dag en nacht bewaken, maar als een elektronisch systeem van financiële transacties.’ Deze automaat functioneert volgens een eigen logica die niet de logica is van de regels van onze traditionele markt. Overheden, ondernemingen en financiële instellingen hebben vrijwel geen greep op de dynamiek van de door de automaat in beweging gebrachte geldstromen, ondanks hun rijkdom en macht. Toch is - op grond van de enorme veelzijdigheid en accuratesse van de nieuwe informatie en communicatietechnologie – een effectieve regulering van de wereldeconomie technisch denkbaar. Het schort niet aan technologie, maar het draait om menselijke (en dus ook om politieke) waarden. Deze menselijke waarden kunnen veranderen, het zijn geen natuurwetten. Dezelfde elektronische netwerken van informationele en financiële stromen kunnen worden afgestemd op andere waarden. Een belangrijke consequentie van het zich blindstaren op winst en waarde voor aandeelhouders in het nieuwe mondiale kapitalisme is de huidige manie ten aanzien van bedrijfsfusies en –overnames. In het elektronische wereldcasino zal elk aandeel dat verhandelbaar is tegen een hogere winst inderdaad worden verhandeld, en dit wordt de grondslag van het standaardscenario van vijandige overnames. Als een onderneming een ander bedrijf wil overnemen, hoeft zij alleen maar een hogere koers voor de aandelen van dat bedrijf te bieden. Het legioen van effectenmakelaars wier taak erin bestaat de markt onophoudelijk af te zoeken naar beleggings- en winstmogelijkheden zal er als de kippen bij zijn om contact met de aandeelhouders op te nemen en erop aan te dringen dat zij hun aandelen tegen een hogere koers van de hand doen. Toen deze vijandige overnames eenmaal mogelijk werden, gebruikten de grote ondernemingen ze om zich toegang te verschaffen tot nieuwe markten, speciale technologieën die door het overgenomen bedrijf werden ontwikkeld over te nemen, of eenvoudigweg verder te groeien en zo het ondernemingsprestige te verhogen. Daarentegen werden de kleinere ondernemingen beducht voor de kans dat ze zouden werden opgeslokt, zodat zij – om zichzelf te beschermen – zelf ook kleinere bedrijven begonnen over te nemen om groter te worden en zo minder kwetsbaar te zijn voor een vijandelijke overname. Op die manier is de fusiemanie ontstaan, en er lijkt geen eind aan te komen. Zoals reeds opgemerkt, ziet het er niet naar uit dat het merendeel van de fusies of overnames daadwerkelijk voordeel zal brengen in termen van meer efficiëntie of een hogere winst, maar het staat vast dat ze gepaard gaan met dramatische, snelle structurele veranderingen waarop de desbetreffende mensen volstrekt onvoorbereid zijn, zodat deze blootstaan aan enorme stress en … veel moeilijkheden.(Fritjof Capra)
De opkomst van het mondiale kapitalisme

Gedurende verscheidene decennia na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) was het keynesiaanse model van de kapitalistische economie, gebaseerd op een sociaal contract tussen kapitaal en arbeid en de fijnafstemming van de industriële cycli van een nationale economie via gecentraliseerde maatregelen – verhoging of verlaging van rentetarieven (het open of dichtdraaien van de ‘geldkraan’), van de belastingen enzovoort – opmerkelijk succesvol. Het bracht de meeste landen met een gemengde markteconomie zowel economische welvaart als maatschappelijke stabiliteit. In de jaren zeventig werden echter de conceptuele grenzen van dit model bereikt. De keynesiaanse econoom concentreerde zich op de binnenlandse economie, met voorbijgaan aan internationale economische afspreken en een snel groeiend wereldomspannend economisch netwerk, hij negeerde bovendien de immense macht van de multinationals die zich als hoofdfactoren in de wereldeconomie hadden ontpopt, en, last but not least, sloot hij de ogen voor de ecologische en sociale rol die voor economische activiteiten moet worden betaald. Dit doen de meeste economen nog steeds. Toen de geïndustrialiseerde wereld in de jaren zeventig door een oliecrisis werd getroffen, in combinatie met een op hol geslagen inflatie en grootscheepse werkloosheid, bleek in welke impasse de keynesiaanse economie was komen te verkeren.

In een wereld vol problemen is de moeilijkste taak aandacht krijgen voor oplossingen

Plaats reactie